4. dec, 2017

Foto

4. dec, 2017

Citaat

"Ze staat in de deuropening van mijn slaapkamer, mijn dochter van 22 jaar. Ze heeft haar haren in een soort van knot en ze draagt een pluchen pyjamapak met panterprintje. Mijn hart breekt als ik haar zo zie staan. Ze ziet er net zo lief en kwetsbaar uit als toen ze een klein meisje was en in haar roze prinsessennachthemdje en konijnenpantoffeltjes mijn armen in sprong. Mijn lieve dochter, zal het ooit goedkomen? Zullen haar stoornissen ooit verdwijnen? Hoe dan ook, ik hou evengoed wel van haar, daar kan geen stoornis tegenop."

4. dec, 2017

Foto

4. dec, 2017

Tekst

…sjouw ik het loodzware hok met jouw ratten naar beneden, althans, halverwege geef ik het op, de rest mag je vader doen. We gaan straks de ratten omruilen voor jou, dat vind ik een goeie deal. De ratjes, waar jij eerst zo gek op was, wil je aan Huize Padua schenken, je ziet het niet zitten om ze te verzorgen en het hok steeds te moeten verschonen, wij ook niet, dus je hebt het goed opgelost zo. De ratten doe ik in een oud hamsterhok en je vader propt het grote rattenhok in zijn auto, op naar Boekel…voor de allerlaatste keer!

 Om kwart voor twaalf rijden we het pad op naar de kas, jij bent daar ook. Stralend kom je naar ons toegelopen, eindelijk is het zo ver…je mag naar huis!!! Terwijl we de ratten in de kas installeren, zie ik in een grote bak allemaal babykonijntjes, zo schattig. Dat vindt je vader ook en die besluit ter plekke om er eentje mee te nemen. Jij bent stomverbaasd en begint elke keer te lachen en zegt dan hoofdschuddend, ‘papa een konijn, dat kan toch niet?’.

We moeten een beetje opschieten want we hebben een afspraak met de psychologe, we krijgen de uitslag van het NPO (neuro psychologisch onderzoek). Met een bekertje koffie zitten we even later met de twee psychologen aan tafel. Ze leggen de onderdelen van het onderzoek één voor één aan ons uit. Je scores schrikken we van. Je zit op een aantal onderdelen op ‘stoornis-niveau’. Ook de intelligentietest is laag. We vragen of dit d.m.v. therapieën nog verbetert kan worden en dan vertellen ze ons ook nog dat de grootste vooruitgang in het eerste half jaar van het genezingsproces wordt geboekt. Dat halve jaar zijn we al voorbij. Maar ik geloof er niet in, ik weet zeker San dat er meer in jou zit en ik ga er voor zorgen dat je weer op een normaal niveau gaat komen. Ook vertellen ze ons dat jij geen emoties op gezichten herkent. Ze vragen ons of we dat herkennen. Ja, soms heb je niet helemaal door of iemand een grapje maakt of niet…maar verder..  Misschien wil ik het allemaal niet geloven omdat ik zo graag wil dat je weer zoals de oude Sanne kunt functioneren.

Meteen na dit gesprek hebben we een afspraak bij de psychiater en jouw EVV-er. Het is meer een afrondend gesprek. We bespreken jouw vooruitgang in vergelijking met de eerste dag van jouw opname hier. En we stellen nog wat vragen over jouw medicijnen en jouw geheugenverlies. De psychiater gaat uitzoeken of er d.m.v. hypnotherapie of misschien andere therapie jouw geheugen nog terug kan komen, we krijgen daar nog een terugkoppeling van. Na het gesprek gaan we de spullen van je kamer halen, nemen we voor altijd en eeuwig afscheid van Huize Padua en rijden richting huis. Isa heeft een stuk karton met  ‘Welkom thuis’ aan de voorkant van je vaders huis gehangen en jullie gaan met z’n allen gourmetten.

Zaterdag rond twaalf uur kom je bij mij thuis. Ben en ik hebben een taartje gekocht en hartjesballonnen opgehangen. Na de taart gaat Ben naar huis en gaan wij boven aan de slag, jouw zolderverdieping moet drastisch opgeruimd worden. Jij zoekt je kleren uit en ik doe een gedeelte van je slaapkamer. Ik kom een sleutelbos tegen waarvan ik weet dat die nog van jouw VMBO-school is, die had je een keer meegenomen, vraag me niet waarom. Ik heb je toen steeds gezegd dat je die sleutels moest teruggeven maar dat heb je nooit gedaan. Ik hou de sleutelbos omhoog en vraag aan je of je weet waar ze van zijn. Eerst zeg je meteen dat je het niet weet maar ik vraag je om even goed na te denken, ‘welk woord komt er het eerste in je op?’.  Eerst zeg je, ‘kluis?’ maar meteen erachter aan zeg je, ‘school?’. Dat geeft hoop, blijkbaar zit het toch ergens allemaal opgeslagen. We zijn best lang bezig met puinruimen en als Laura om twee uur komt ga ik nog even door, jullie doen een spelletje. Ik rijd uiteindelijk met een volgepropte auto naar Rataplan en als ik terugkom zijn jullie boodschappen doen.

Om half zes worden jij, Ben en ik opgehaald door opa en oma Hemmie, we gaan naar See you, uiteten. Je bent daar tijdens je Heliomareverblijf ook een paar keer geweest en dat weet je nog. Het eten is heerlijk en we zitten gezellig een beetje bij te praten. Je moet drie of vier keer naar de W.C. , dat is ook zoiets wat nog niet normaal is, maar goed, het is veel erger geweest!  Als opa en oma ons hebben thuisgebracht en Ben weer naar huis gaat, gaan we nog even thee drinken. Je wilt weer een spelletje doen maar ik ben moe. Jij zegt dat je niet moe bent maar je ogen vallen dicht terwijl ik nog wat krantjes doorblader en met je praat. Tijd om te gaan slapen!

Zondagochtend gaan we met z’n viertjes brunchen, Bas en Isa met frisse tegenzin want die waren vannacht laat thuis van hun werk. In de middag gaan we samen op de fiets naar Middenwaard, jij op je nieuwe fiets die je gisteren samen met je vader hebt gekocht. Het fietsen gaat prima, je let goed op, steekt je hand uit en weet nog goed de regels. In het winkelcentrum gaan we wat winkels langs en dan uiteraard bij Stroming wat drinken. Het is er heel druk, zwarte Pietenmiddag, heel veel kinderen dus! Isa werkt achter de bar. Als we na een uurtje weer vertrekken word je bij de uitgang door een meneer die daar aan een tafeltje zit, aangesproken. Heel verrast en enthousiast zegt hij, ‘Hey, wat heb ik jou hier lang niet gezien, hoe gaat het met je?’. Je kijkt de aardige meneer aan en ik zie aan je dat je hem wel herkent maar niet goed weet hoe je moet reageren. Je zegt dat het goed met je gaat en als hij vraagt waarom je zo lang weg bent geweest, merk ik dat je niet goed uit je woorden komt. Ik besluit om het maar even kort uit te leggen omdat hij zo oprecht geïnteresseerd is in jou. Hij schrikt ervan als ik vertel over jouw ziekte, ‘wat rot voor je, maar hey, ik vind je nog steeds een mooi meissie hoor en vanavond ga ik een kaarsje voor je branden, echt waar’.  Ik vind het zo lief en hartverwarmend om te zien hoe meelevend hij is en dat vind jij ook, vertel je later als we weer in Middenwaard lopen. Na het boodschappen doen gaan we naar onze fietsen en terwijl ik de tassen aan mijn stuur hang zie ik jou vertwijfeld rondkijken. Je staat vlak voor je fiets maar je weet niet welke fiets van jou is. Ik zeg niks en laat je even zoeken, al maak ik me wel een beetje zorgen over jouw korte termijn geheugen, ben je nu al vergeten hoe je nieuwe fiets er uit ziet? Gelukkig kom je er na even zoeken achter dat je fiets vlak voor je neus staat, je moet er zelf om lachen.

We gaan kaasfonduen, Isa niet want die is nog aan het werk. Na het eten ruimen we samen alles op, je helpt steeds goed mee uit jezelf en zonder protest. We gaan met z’n tweetjes een paar potjes Keezen en ook nu merk ik weer dat je korte termijn geheugen niet goed is. Na vier potjes weet je niet meer hoeveel potjes we hebben gespeeld. Ook als ik later op de avond nog met mijn laptop bezig ben en zit te mopperen op mijn niet goed werkende muis, laat je geheugen je in de steek. Gisteren heb ik nog samen met jou gekeken waarom die muis niet goed werkt en dat stukje ben je helemaal kwijt. 

Morgen moet ik werken en ik zie dat jouw ogen weer dichtvallen dus we gaan op tijd naar boven. Je komt na het tandenpoetsen even bij me op mijn kamer, in je pluchen pyjamapak, je ziet er uit als een reuzenteddybeer. ‘dan heb ik het tenminste niet koud als ik morgenochtend voor jullie ontbijtjes ga maken!’.

Wat heerlijk San, dat je weer thuis bent, ga nooit meer weg meis…alleen als je dat zelf wilt.