30. mrt, 2017
"Sanne was een eigenwijze dwarse puber en kon soms krijsend tegenover haar moeder staan als ze haar zin niet kreeg. Op school deed ze niet echt haar best en haalde met de hakken over de sloot en met hulp van haar moeder haar diploma's. Ze kreeg een bijbaantje, al toen ze 14 of 15 was en bleef lange tijd werken bij een restaurant. Haar kapsel had het zwaar te verduren, het werd gebleekt en geverfd in allerlei kleuren. Kleine meisjes worden groot en ook Sanne veranderde van een mollig eendje in een prachtige zwaan."
"
30. mrt, 2017
....ik heb heel slecht geslapen en totaal geen zin om mijn bed uit te gaan. Ik doe zoals elke ochtend mijn t.v. aan en luister met m'n ogen dicht naar het nieuws. Het schijnt een mooie dag te worden dus na een korte douche besluit ik om mijn rode shirt, rode gympen en grijze spijkerbroek aan te doen, lekker fleurig. Voordat ik naar beneden ga roep ik nog even naar boven, 'Thomas moet je niet naar stage of naar school?'. Ik kan het allemaal niet bijhouden met vier kids in huis, wie wanneer en hoe laat naar school/stage/werk moet. Een slaperige stem meld me, 'nee, ik ben vandaag vrij'. Mooi, denk ik, dan kan hij voor Sanne zorgen.
Op mijn werk is het gelukkig rustig, ik heb hulp van een vrijwilliger en de stagiaire. Rond 10.30 uur ga ik even aan het bureau zitten om het rooster te bekijken. Ik zie in mijn linker ooghoek geflits uit mijn tas komen. Op mijn werk heb ik altijd het geluid van mijn mobiel uitstaan. Voor de zekerheid kijk ik wie mij belt, 'Thomas' zie ik in het scherm en ik besluit toch maar op te nemen. Terwijl ik m'n telefoon opneem loop ik naar het halletje.
Wat Thomas precies gezegd heeft weet ik niet meer maar de woorden 'Sanne, dokter,ambulance, ziekhuis', laten bij mij alle alarmbellen rinkelen. Ik zeg tegen Thomas dat ik iets ga regelen en er meteen aan kom en ren naar het kantoortje van mijn leidinggevende. Ik krijg de woorden nauwelijks uit mijn strot met moeite pers ik eruit dat het niet goed gaat met mijn dochter en dat ze straks met de ambulance naar het ziekenhuis wordt gebracht. Hij heeft gelukkig meteen door dat het ernstig is. Een paar minuten later fiets ik als een bezetene richting de dokter, mijn hart bonkt ergens hoog in mijn keel.
Daar staat de ambulance en terwijl ik mijn fiets in de standaart zet, komt Thomas het gebouw uit en zegt tegen de ambulancebroeder dat ik de moeder van Sanne ben. 'Wilt u haar nog zien? wilt u anders mee in de ambulance?', ja tuurlijk wil ik haar zien en tuurlijk wil ik mee.
Ik klim in de ambulance en zie je op de brancare zitten, met een boekje in je handen. Je kijkt me heel even aan en leest dan weer rustig verder alsof het dagelijkse kost is om in een ambulance te zitten. De ambulance gaat rijden en de ambulancebroeder stelt me allerlei vragen over hoe je de afgelopen dagen was en of je rookt/drinkt/drugs gebruikt enz. Ik antwoord en kijk naar jou. Je ziet zo gruwelijk wit dat je bijna licht geeft en je ogen zijn uitdrukkingloos. Thomas had over de telefoon al gezegd dat je raar reageerde en dat je incontinent was.
Later vertelde hij me dat je al vroeg in de ochtend de hele tijd op je mobiel zat te staren. Toen hij je vroeg wat je allemaal aan het doen was op je mobiel, reageerde je niet. Hij werd zelfs een beetje pissig omdat je niet reageerde. Hij zag dat je vreemd uit je ogen keek en later ging je de emmer pakken waar je weer in overgegeven had. Je ging met je hand in de emmer. Gelukkig heeft Thomas snel gehandeld. Ik weet niet hoe hij het voor elkaar heeft gekregen maar hij heeft je aangekleed, je naar beneden weten te slepen en in de auto gehezen. Bij de huisarts mocht je meteen naar binnen, en toen ze doorkregen dat het ernstig was, werden de wachtende patienten die in de wachtkamer zaten, verzocht om naar huis te gaan. Onze eigen huisarts was er nu, die raadde Thomas in de eerste instantie aan om met jou naar de eerste hulp in het ziekenhuis te gaan, maar toen ze ook ontdekten dat je incontinent was, werd de ambulance gebeld.
Ik probeer contact met je te krijgen, je kijkt me wezeloos aan en je blik gaat meteen weer naar het boekje. Ik zie dat het een schadeformulier uit mijn auto is. Je leest het aandachtig door en ik zie dat je ook echt leest want je ogen gaan langs de letters en af en toe hoor ik je de tekst mompelen. 'San, kijk eens naar me? wie ben ik?', je kijkt me ongeinteresseerd aan en zegt dan ineens heel nadrukkelijk en duidelijk, 'mijn mama'. Ik zucht opgelucht, je herkent me in iedergeval. 'mijn mama', zo heb je me heel lang genoemd, als je het met anderen over mij had zei je niet 'm'n moeder', nee, je zei 'mijn mama', dat vond ik altijd zo lief klinken.
De rit naar het ziekenhuis is ongeveer tien kilometer maar ik heb het idee dat we er een uur over doen. Moeten er geen sirenes en zwaailichten aan? er is iets vreselijk mis met mijn kind, ik wil dat ze zo snel mogelijk in het ziekenhuis is! Ik bel je vader, die blijkt al op de hoogte te zijn gebracht door Thomas en is onderweg naar het ziekenhuis. Ik bel Ben, hij zegt me dat hij meteen naar het ziekenhuis gaat.
Het schadeformulier valt, je kijkt om je heen en ziet apparatuur aan de wand, je begint er aan te trekken. De knijper die aan je vinger zit om je hartslag te meten valt van je vinger, je pakt het op en stopt het in je mond. Ik pak het van je af en geef je het schadeformulier, je gaat weer lezen. Ineens buig je je naar voren, ik schrik er van, je begint om je heen te graaien ik kan je maar met moeite kalmeren.
Na zesduizend uren zijn we eindelijk bij het ziekenhuis. De brancard wordt uit de ambulance gerold en jij leest onverstoorbaar door in het schadeformulier. Buiten staat Ben en samen lopen we achter de brancard aan naar de eerste hulp waar je op een bed wordt gelegd met een gordijn er omheen. Er komen direct een stuk of zes artsen, de ambulancebroeder draagt de informatie over aan hen. Thomas is ook binnengekomen. Er wordt bloed bij je afgenomen en er worden wat testjes gedaan. Alles is eigenlijk in orde, net als bij de dokter en in de ambulance. Temperatuur, bloeddruk, hartslag, niks loos zou je bijna denken. Je trekt het inco-matje onder je natte broek vandaan en zit overal aan te plukken. We geven je gauw weer het schadeformulier. Je scheurt heel zorgvuldig een strookje van het formulier, vouwt het dubbel en stopt het in je gulp die half open staat. Wij kijken elkaar aan en kunnen niets anders doen dan lachen.
We wachten. Achter het andere gordijn komen kotsgeluiden. Jij bent onrustig, plukt aan alles om je heen en kijkt verwilderd om je heen. De woorden die uit je mond komen slaan helemaal nergens op, onsamenhangend en niet relevant. Je mag naar de radiologie voor een scan. Met het bed wordt je er naar toe gebracht. In de lift kijk je om je heen en leest wat er op het bordje staat. Ben gaat, hij heeft een les en gaat daarna naar ons huis om Bas en Isa op te vangen, die zitten op school en weten nog van niets.
Na de scan gaan we naar de afdeling 'spoedeisende hulp', daar gaan ze een ruggenprik doen. Intussen in je vader gearriveerd, hij heeft het moeilijk als hij je ziet in je dwaze labiele toestand. Met moeite krijgen ze je broek uit, skinny jeans, tja. De arts verzoekt ons om op de gang te wachten. Daar staan we dan, machteloos, bang en vreselijk ongerust. De deur gaat open en er wordt gevraagd of één van ons kan helpen, je bent onrustig en dat is gevaarlijk met een naald in je rug. Ik ga naar binnen. Er staan een stuk of zes verpleegster om het bed die jou in bedwang proberen te houden. Er heerst paniek, de vrouwelijke arts met rode krulletjes heeft de naald in je rug gedaan maar je blijft niet stil liggen. Kortaf deelt ze bevelen uit aan de verpleegsters, ik hoor de noodzaak in haar stem. Ik til een stoel uit de hoek en wring mezelf tussen het bed en de vensterbank om dicht bij je hoofd te komen. Ik pak je hand en als ik mijn gezicht vlak bij jouw gezicht hou om je blik te vangen, kijk je me aan en tuit je je lippen, 'kusje' zeg je. Verbijsterd geef ik je een kusje. Daarna duw ik mijn lippen op jouw slaap, streel met één hand door je haar en met de ander houd ik jouw hand vast. Je wordt wat rustiger en na een minuut zegt de arts dat het gelukt is. Iedereen haalt opgelucht adem. Ze maken de boel schoon want jij hebt alles laten lopen, je krijgt een tenapants aan.
Je vader en Thomas mogen binnenkomen. De neuroloog komt en vertelt rustig en duidelijk dat er op de scan vlekken te zien zijn op je hersenen, je hebt een hersenontsteking. Geen hersenvliesontsteking, dat is weer wat anders. Uit je ruggenmerg hebben ze hersenvocht gehaald met die ruggenprik. Het hersenvocht wordt op kweek gezet en daaruit moet dan komen of het om een virus gaat (herpes) of om een bacterie. Omdat ze de uitslag niet willen afwachten en geen onnodig risico willen lopen, wordt je behandeld voor beide opties. Je krijgt de volle dosis medicijnen. We moeten nu wachten. Thomas en ik gaan naar het restaurant om te lunchen en je vader blijft bij jou.
Tijdens de lunch bel ik opa en oma,die blijken ook in het ziekenhuis te zijn vanwege de heupoperatie van opa, ze schrikken behoorlijk van mijn bericht. Als Thomas en ik terug komen bij de kamer waar ze de ruggenprik gaven, is het kamertje leeg. Ze hebben je naar de afdeling 'Braincare' gebracht. We gaan op zoek naar jou.
Daar lig je dan, in je Changbeer t-shirt uit Thailand. Je hebt nieuw leesvoer gekregen, een folder van het ziekenhuis, het schadeformulier ken je nu wel uit je hoofd. Af en toe scheur je een blad uit de folder en geeft het aan de verpleegster of aan mij.
Ben is er inmiddels met Isa en Bas, ze zijn geschrokken. Opa en oma komen ook binnen dus gaan Ben, Thomas en ik even koffie drinken in de hal. Oma komt later nog terug met een zilverkleurige hartjesbalon. Om 17.00 uur krijg je eten, spinazie met aardappelpuree en een omeletje. Je schrokt het met grote happen naar binnen alsof je een week niet gegeten hebt. Als je het op hebt gaan wij ook maar even naar huis om te eten.
Na het eten ga ik meteen weer naar je toe, fijn dat Ben zo dichtbij woont. Je wiebelt met je benen en ik vraag of je moet plassen. Je beaamt dit en ik haal de verpleegster. We helpen je overeind, je haar is een puinhoop zie ik. Je bent zo slap als een pudding en je hangt tussen ons in als we naar het toilet toe lopen. Onderweg kijk je om je heen, je hoofd bungelt van links naar recht, je leest teksten op de bordjes die we tegenkomen. Met moeite weten we je in de toiletruimte te krijgen, 'eerst even de bril schoon maken', mompel je, fijn om even de oude Sanne te horen. Je plast een waterval en wilt het papier pakken, ik pak het van je af want de verpleegster pakt een washandje. 'geef hier' je kijkt me dwingend aan en je probeert het papier van me af te pakken. Ik hou het achter mijn rug maar je blijft er naar vragen. De verpleegster heeft een washandje gepakt inmiddels en wast je. Je blijkt ook nog ongesteld te zijn, ja logisch, die pil van je is al een paar dagen niet in je maag terechtgekomen. We hijsen je overeind en je duwt jezelf meteen naar de wastafel, 'handen wassen', keurig opgevoed.
Gerard en Margriet komen op bezoek, je herkent ze want als ze vragen of je weet wie ze zijn antwoord je, 'de ouders van Thomas'. Gerard heeft een tijdschrift voor je, dat is misschien wat leuker om te lezen als al die folders. Je bent al een stuk rustiger en spraakzamer als vanmiddag. Als de anderen ook komen maken wij ruimte en gaan, er mogen eigenlijk maar twee bezoeker tegelijk bij jou zijn.
Ik wil eigenlijk niet gaan, het liefst kruip ik naast je in bed en blijf bij je tot je weer helemaal beter bent, want dat ga je worden...helemaal beter...toch San?
Meest recente reacties
31.08 | 13:41
08.03 | 14:18
Hallo daar, wat heerlijk een eigen appartement en wat fijn dat dat goed gaat. Ik had ook niet anders verwacht met zo'n geweldige moeder aan je zijde. Geniet van elkaar!!
21.02 | 19:54
Wat een fijn appartement Sanne, hoop dat je daar gezellig woont en gelukkig bent. Kom kijken zo gauw opa en ik samen mogen kijken.
30.03 | 22:33
Sowieso een goed bericht, het nare is de Corona virus, dat wordt afwachten. Geen idee hoe lang. Inderdaad voorzichtig zijn, geen risico's nemen anders zijn we nog verder van huis. Dat wordt duimen San