29. apr, 2017
"Het valt me op dat we soms in de verleden tijd praten als we het over mijn dochter hebben. ‘Sanne deed altijd dit of dat’, ‘Sanne kon altijd zo goed…’ enz. Alsof ze er niet meer is, zo praten we soms. Ik betrap mezelf er ook steeds op en ik wil het helemaal niet, want ze leeft nog, ze is niet dood. Maar zo praten we wel, alsof de oude Sanne dood is en deze emotieloze Sanne die met haar bleke gezichtje in het ziekenhuis ligt, een nieuwe Sanne is die we nog niet zo goed kennen. Ik wil niet in de verleden tijd praten want dan lijkt het net alsof we de hoop hebben opgegeven en alsof we accepteren dat ze er niet meer is, de oude Sanne. Maar de oude Sanne is er echt nog wel ergens, alleen moeten we haar zien te vinden."
29. apr, 2017
…lig je nu in het ziekenhuis en dat terwijl jouw opa van 82 na een heupoperatie de volgende dag naar huis werd gestuurd. En zo gezellig ben je nou ook niet echt! We gaan nu aftellen, nog twee nachtjes slapen en dan mag je naar Heliomare.
Vroeg in de middag gaan we naar je toe, van de strenge verpleegkundige krijgen we te horen dat Laura en Isa nog maar nauwelijks weg zijn en dat je zo geen rust krijgt. Nou en?? Moet je dan de hele dag naar het plafond staren? Slapen doe je niet echt meer overdag en dat is juist goed, slapen moet je ’s nachts doen. Straks als we weg zijn mag je weer lekker uitrusten.
We lopen je kamer binnen en je begint meteen te wijzen naar het aanrecht. Eerst jou even knuffelen en rechtop in je bed zetten zodat we je mee kunnen nemen naar de wc, daarna mag je drinken. Lopend langs het aanrecht probeer je bij de kraan te komen, ik stuur je er langs. Terug van de wc zetten we je op de stoel aan je tafeltje. Laura heeft kauwgum voor je meegenomen, dat was geopperd door iemand die dacht dat je daardoor misschien minder dorst zou hebben, maar de kauwgum die we je geven, slik je allemaal door, experiment mislukt!
Wij drinken koffie en jij je appelsap. We pakken het kleurboek maar je hebt niet veel energie, toch wil je niet je bed in. We praten wat en na je appelsap kijk je alweer naar het aanrecht, ‘drinken’, fluister je, ‘wil je alsjeblief drinken voor me pakken?’. We gaan thee maken, dat drink je tenminste niet zo snel. De verpleegkundige komt binnen met paracetamol, die stop je gauw in je mond want je weet dat je daar water bij krijgt. Als de thee op is gaan we je in bed leggen zodat je kunt rusten. We nemen afscheid en zwaaien, je zwaait terug en wijst weer naar het aanrecht. Ik vind het zo moeilijk om je zo achter te laten.
Ben en ik rijden naar Wijk aan Zee om te kijken waar jij maandag naar toe gaat. Het is een groot gebouw en eerlijk gezegd is het binnen nogal oud en ongezellig. Jouw afdeling is 1a, een verpleegkundige leidt ons rond. Ik word niet echt blij van de inrichting, jeeh wat een ouwe meuk. Daarna gaan we in het restaurant koffie drinken, ook daar is het allemaal wat oubollig. Hier moet ik straks mijn dochter overdragen aan vreemden, in een ongezellig gebouw. Ik moet m’n tranen inslikken als ik op een smoezelige bank in het restaurant ga zitten waar een, naar rook stinkende man die een paar tanden mist onze koffie brengt. Hij is overigens wel heel aardig en zo moet ik dit in z’n geheel ook bekijken. Op het eerste gezicht lijkt het misschien allemaal wat akelig, maar uiteindelijk zal het hopelijk wel meevallen.
Het is prachtig weer dus we lopen naar het strand, dat is vlakbij, dat is fijn want we gaan de zomer tegemoet. Ben en ik gaan bij een hele chille strandtent in het zonnetje zitten. Ben neemt een biertje en ik een rosé en we toasten, uiteraard op jou, ‘op Sannes herstel’. Onze jassen gaan gauw uit, het is echt warm zo uit de wind. In gedachten zie ik jou hier al lopen met een dienblad en je serveerstersgezicht, met je lieve lach en je hoge stemmetje, vriendelijk en beleefd tegen de gasten. Misschien kun je hier wel in de weekenden werken als het wat beter met je gaat? Dat is heel optimistisch bedacht van mij, maar dat moeten we ook blijven doen. Optimistisch denken. Terwijl we daar in het zonnetje zitten krijg ik een appje van Thomas, een foto van jou, Thomas en Bas, jij met de pet van Thomas op met een uitgestreken gezicht.
’s Avonds komt Dylan bij je op bezoek, vanwege zijn vakantie kon hij niet eerder op bezoek komen. Hij vertelt me later dat je steeds aangaf dat je misselijk was. Ondanks dat ik hem van te voren gewaarschuwd had, was hij toch geschrokken van hoe je nu bent, hij had het er erg moeilijk mee. Wel was je heel lief tegen hem en zei steeds, ‘hou van je’, dat is wel bijzonder, een uiting van emotie. Misschien maken we toch vorderingen! Nadat ik Dylan gedag heb gezegd ga ik het ziekenhuis bellen om door te geven wat Dylan mij zei, over het misselijk zijn. Ze gaat zo even bij je kijken.
Morgen je laatste dag in het ziekenhuis, ik hoop zo dat Heliomare weer de oude Sanne voor ons terug kan halen, want die missen we zo.
…kom snel terug San :-(
Meest recente reacties
31.08 | 13:41
08.03 | 14:18
Hallo daar, wat heerlijk een eigen appartement en wat fijn dat dat goed gaat. Ik had ook niet anders verwacht met zo'n geweldige moeder aan je zijde. Geniet van elkaar!!
21.02 | 19:54
Wat een fijn appartement Sanne, hoop dat je daar gezellig woont en gelukkig bent. Kom kijken zo gauw opa en ik samen mogen kijken.
30.03 | 22:33
Sowieso een goed bericht, het nare is de Corona virus, dat wordt afwachten. Geen idee hoe lang. Inderdaad voorzichtig zijn, geen risico's nemen anders zijn we nog verder van huis. Dat wordt duimen San