30. apr, 2018
"In de verte hoor ik hoefgetrappel, het zijn de hoeven van het witte paard waarop een kersverse prins zit. Het kan ook zijn dat ik het blije kloppende hart van mijn dochter hoor, of misschien hoor ik het allebei wel. Ze begeeft zich ergens in de zevende hemel en het is zo fijn om te zien hoe ze weer straalt. Ik hoop wel dat deze prins de teugels goed vasthoudt en niet meteen in vol galop gaat, want we willen even geen valpartijen meer!"
30. apr, 2018
…ging je met de ambulance van het ziekenhuis in Alkmaar naar Heliomare in Wijk aan zee. Je kon nauwelijks lopen, was nog incontinent en praatte heel zachtjes. En nu, nu ben je weer de levendige Sanne die je eerst was, voor je ziek werd. En de laatste dagen zie ik je stralen. Ik zal weer even een naam verzinnen want het is nog zo pril. Laten we hem maar Bob noemen, stomme naam, maar ja, daar gaat het niet om. Je kende Bob nog van je stage bij de gemeente Hoorn, daar begon je ruim twee jaar geleden. Bob heeft jou ingewerkt. Het frappante is dat jij je van de laatste twee jaar voor je ziek werd, bijna niets kunt herinneren. Maar toen een klasgenoot jou vroeg of je Bob nog kende, wist je het meteen. Bob hoorde pas in november wat er met jou allemaal is gebeurd en daar was hij van geschrokken. En nu, hebben jullie via social media (vraag me niet welke) elkaar gevonden.
Donderdag 26 april. Ik heb slecht geslapen door hetgeen ik gisteren heb gezien op mijn werk. Hoe ze neerbuigend tegen jou spraken. Het fijne was dat jij evengoed blij thuiskwam gisteren. Aan het einde van jouw dienst, toen ik al naar huis was, kwamen er twee vrijwilligsters bij jou op het werk, vrouwen van jouw leeftijd ongeveer. Jullie raakten in gesprek met elkaar en toevallig hebben die twee vrouwen ook NAH. Dorien en Marlies vertellen jou dat ze ook wat moeite hebben met dezelfde medewerkers, fijn voor jou om te horen dat het niet aan jou ligt. Jullie spreken meteen af om een keer samen te eten. Je laat een briefje zien waar hun telefoonnummers op staan, er onder staat, ‘welkom bij de vergeetachtigen’, zo leuk! In de avond, als ik bij Ben ben, app je me, ‘ik hoef het weekend niet te werken ineens, ik heb maandagochtend een gesprek’. Meteen weet ik hoe het er voor staat, je mag niet blijven. En meteen voel ik een onbestemd gevoel me bekruipen, woede, onmacht, telleurstelling en verdriet. Het kost me de grootste moeite om het van me af te zetten, ik kan er nu toch niks mee.
Vrijdag 27 april. Van de revalidatiearts heb ik gisteren een mail gekregen. Ze sturen ons een pakket toe waarin een set zit voor het slaaponderzoek. Je krijgt dan een polshorloge met vingermeting om het zuurstofgehalte in het bloed en de hartslag gedurende de nacht te kunnen meten, datheet een pulseoxymeter. Ze stellen die in op woensdag- op donderdagnacht en hij gaat automatisch aan en uit. We gaan het meemaken! Je appt me, dat het gisteravond heel gezellig was met Jenny, je hebt haar leren kennen in het leescafe. Jullie gaan volgende week weer afspreken. Je gaat in de middag met je vader en wat tantes en ooms op pad vanwege koningsdag.
Zaterdag 28 april ga je bij Mieke langs, je bent al een tijd niet bij haar geweest omdat ze niet zo goed in haar vel zat. Daarna heb je afgesproken met Bob, bij Wonders iets drinken. Het is de eerste keer dat hij jou weer ziet. In de avond ga je bij Erik eten. Je appt me, ‘mam ik kom zondag laat thuis want ik ga met Bob naar de film’, ik vraag je wie Bob is, ik heb nu al zoveel jongensnamen gehoord. Hij begeleidde jou tijdens de stage van jouw opleiding. ‘En maandag ga ik bij hem thuis eten’. Ik vind het maar niks, ik ken die hele Bob niet, dus ga ik via Isa navraag doen bij je klasgenoot die ook toen door Bob was begeleid. Ze begrijpt mijn zorgen en zegt me dat Bob een lieve jongen is, dat stelt me gerust.
Zondag 29 april ga je met Oom Peter naar de Intratuin, spulletjes kopen voor zijn tuintje en even thee drinken in het tuincafe. In de avond ga je met Bob naar de bioscoop. Jij gaat er met de fiets naartoe en Bob komt vanuit Alkmaar met z’n auto. Hij brengt je daarna keurig naar huis en natuurlijk ga ik je even uithoren over hem. ‘Voel je wel verschil San? Met wat je voor Erik, Mark, Paul voelt en nu voor Bob?’, ‘ja’ zeg je meteen, ‘met hun zoen ik niet’. Oké, duidelijk! Er is dus iets aan het bloeien en ik zie het aan je stralende gezicht, het maakt me blij om je zo te zien.
Maandag 30 april, ik heb nauwelijks geslapen want ik weet dat jij om half tien een gesprek hebt op het werk. Ik moet ook werken om half tien dus samen fietsen we die kant op. Onderweg vertel ik je dat ik eerst even ga praten en dat jij dan maar even moet wachten op mijn afdeling. Even later zit ik tegenover degene die mij had verzekerd dat jij niet onaardig behandeld zou worden. En nu zit ik hier, want jij bent dus wel onaardig behandeld en ook al weet ik dat het werk er voor jou evengoed opzit, wil ik er toch op terug komen. Ik vertel hoe jij al de eerste twee dagen aan mij vertelde dat bepaalde collega’s niet aardig tegen je deden en hoe ik zelf de derde dag kon zien en horen hoe vernederend ze tegen jou spraken. Ik gooi al mijn frustratie en boosheid eruit en er wordt wel naar me geluisterd maar ook krijg ik dingen te horen als, ‘tja, als je na drie dagen nog niet weet waar de dienbladen liggen’, achteraf had ik moeten zeggen, ‘tja, je mag blij zijn als je na een hersenontsteking überhaupt nog weet wat een dienblad is’. Natuurlijk ben ik ook wel realistisch, want het kan best zijn dat het iets te vroeg was, dat ga ik niet tegenspreken. Maar ik weet zeker dat als je door aardige dames was ingewerkt, die geduld met jou zouden hebben, dan was het wel goed gekomen. Ik besluit mijn relaas met, ‘ik hoop dat je je aan je belofte houdt en er iets mee doet’. En dan ga ik naar jou toe en ben jij aan de beurt. Later vertel je me dat er gezegd is dat ze het hier bij laten, het slechte onthouden en je tempo passen niet in de functie. Het valt me zwaar tegen, ze wisten van jouw ziekte en toch wordt er geen rekening mee gehouden. Jammer, maar van de andere kant wil ik je eigenlijk ook helemaal niet met zulke mensen laten werken. Als ik thuis kom is mijn neerslachtige humeur al snel weer weggetrokken als ik zie hoe je glunderend op de bank zit, je lippen voorzien van een laagje rood-roze. Je wacht op Bob, hij komt je zo halen. Ik ga inmiddels boodschappen opruimen en dan staat daar even later een leuke donkere jongeman op mijn voordeurmat met een mooie glimlach. We schudden elkaar de hand en jij pakt intussen je jas want jullie gaan meteen. Wat later in de avond brengt hij je weer thuis en gaan we met z’n drieën thee drinken. Uiteraard krijgt Bob van mij een kruisverhoor maar hij heeft er alle begrip voor dat ik zo bezorgd om jou ben. Hij heeft zelfs deze blog al een stukje gelezen en is onder de indruk van ons verhaal.
Als Bob weer weg is praten we nog even samen en gaan dan naar boven…ik denk zomaar dat ik vannacht eindelijk goed kan slapen!
Meest recente reacties
31.08 | 13:41
08.03 | 14:18
Hallo daar, wat heerlijk een eigen appartement en wat fijn dat dat goed gaat. Ik had ook niet anders verwacht met zo'n geweldige moeder aan je zijde. Geniet van elkaar!!
21.02 | 19:54
Wat een fijn appartement Sanne, hoop dat je daar gezellig woont en gelukkig bent. Kom kijken zo gauw opa en ik samen mogen kijken.
30.03 | 22:33
Sowieso een goed bericht, het nare is de Corona virus, dat wordt afwachten. Geen idee hoe lang. Inderdaad voorzichtig zijn, geen risico's nemen anders zijn we nog verder van huis. Dat wordt duimen San